Home > Tijd berekenen
|
Hoe Excel rekent met tijdVoor het rekenen met tijd heeft één dag de waarde 1.
Een tijdsduur is een deel daarvan: 1 uur is 1/24, 3 uren zijn 3*1/24 of 3/24. Geef =1/24 als een decimaal getal weer en je ziet 0,041667. Geef dat in de opmaak Tijd weer en je ziet precies 1:00. Een tijdstip is een waarde tussen 0 en 1. Het tijdstip 12:00 uur is gelijk aan 0,5 (de dag is voor de helft verstreken). Geef 0,5 weer met de opmaak Tijd en je ziet dit getal als het tijdstip 12:00. Wil je zien welke getalswaarde een tijdstip in je werkblad heeft, klik dan in de tab Start op de keuzelijst Getalnotatie (in de groep Getal); in deze keuzelijst zie je bij Getal de achterliggende getalswaarde. Of druk op de sneltoets Ctrl+T. Hiermee laat het werkblad de formules zien in plaats van hun uitkomsten. Tijdstippen veranderen dan in hun decimale waarde. Druk nogmaals op Ctrl+T en je ziet de getallen weer als tijd. |
Leer rekenen met tijdTijd is geld. Kun je vlot met Excel werken, dan verlies je geen kostbare tijd meer aan het zoeken naar formules. Dat levert winst op in tijd en in geld.
Ik kom graag een training Excel op jouw bedrijf geven. Over het rekenen met tijd en andere interessante rekenfuncties. Dit kan met beginners en gevorderden, en kan gaan over Excel 2007, 2010, 2013, 2016, 2019, 2021, 2024 of 365. Uitgebreid lezen over rekenen met tijd |
Tijdstip invoerenWil je dat Excel gaat rekenen met een tijdstip, voer het dan in met een dubbele punt ertussen, dus als 8:00.
Met 8:25:15 zet je de seconden er meteen bij. * Het tijdstip van dit moment voer je snel in met Ctrl+Shift+: (Ctrl en Shift en dubbelepunt) gevolgd door Enter. |
Minuten bij een tijdstip optellenWil je bij een bestaand tijdstip een aantal minuten optellen, dan deel dat aantal minuten door 24 en door 60. Staat bijvoorbeeld de begintijd 9:00 in cel A2 en wil je daar een kwartier bij optellen, dan voer je in A3 in:
=A2+15/24/60 Kopieer deze cel omlaag en je hebt een serie tijdstippen met een kwartier ertussen. |
Formules in Excel voor tijd
Functie in een voorbeeld:
=UUR("13:25:30") =MINUUT("13:25:30") =SECONDE("13:25:30") =NU() =TIJD(3;15;25) =TIJDWAARDE("18:00:00") |
Toelichting:
Geeft uit een tijdstip het uur van de dag Geeft uit een tijdstip de minuten Geeft uit een tijdstip de seconden Geeft de huidige datum en tijd Stelt een tijdstip samen uit uur, minuut, seconde Geeft het tijdstip als een serieel getal |
Uitkomst:
13 25 30 13-12-2025 13:27 3:15:25 0,75 |
Gewerkte uren bijhouden in ExcelWil je het verschil tussen twee tijdstippen weten, dan trek je die van elkaar af.
Zo maak je een lijst van gewerkte uren: 1. Maak drie kolommen op als Tijd, bijvoorbeeld C, D en E. 2. Typ in kolom C hoe laat je begon, in kolom D hoe laat je stopte. 3. Om C3 en D3 van elkaar af te trekken, typ je in E3 de formule =D3-C3 . Die kopieer je omlaag, tot in E33. Zodra je de begin- en eindtijden invult, laat kolom E de gewerkte uren zien. 4. Typ de formule =SOM(E3:E33) onder de lijst, in E34. Die telt alle uren op en je hebt een hele maand in beeld. |
Help! Excel telt niet verder dan 24 uurIs het totaal van je uren groter dan 24, maar zie je in plaats van bijvoorbeeld 29 uur en 15 minuten slechts 5:15? Dat komt doordat Excel standaard na elke 24 uur weer bij nul begint.
Om na 24 uur door te tellen pas je de opmaak aan. 1. Klik met de rechtermuisknop op de cel en kies Celeigenschappen. 2. Kies in het volgende venster, in het tabblad Getal voor Tijd en kies onder Type de optie 37:30:55. Met dit voorbeeld zie je 29:15:00. Andere methode: 1. Kies weer Celeigenschappen. 2. Kies in het tabblad Getal voor Tijd en klik op Aangepast. 3. Verander in het vak onder Type de code in [u]:mm:ss Hoef je de seconden er niet bij, dan typ je [u]:mm |
Hoe laat is het nu in...?Wil je weten hoe laat het aan de andere kant van de wereld is, dan gebruik je de functie NU. Die geeft de huidige tijd weer en daar tel je een aantal uren bij op. In Sydney bijvoorbeeld is het acht uur later dan in Nederland (in de zomertijd). Eén uur komt overeen met 1/24 en acht uren is 8/24. Dat tellen we op bij onze tijd.
1. Typ je eigen woonplaats in C3 en plaats daaronder, in C4, de formule: =NU() 2. Typ Sydney in G3 en typ eronder de formule: =C4+8/24 * Of typ daar =NU()+8/24 Deze geeft altijd acht uur later weer. Druk regelmatig op de toets F9 om de tijd bij te werken. Ligt de stad die je kiest naar het westen, dan neem je in de formule een minteken. Op de website landenkompas.nl/tijdsverschil vind je het tijdverschil tussen een groot aantal steden in de wereld. |
Gemiddelde snelheid berekenenMet een afstand en een tijd kun je de snelheid per uur berekenen, bijvoorbeeld van de marathon.
1. Typ de marathonlengte van 42.195 meter in cel C2. Het record staat op twee uur, nul minuten en 39 seconden. 2. Typ 2:00:35 in C3. Zou je die twee gewoon door elkaar delen met =C2/C3 dan zie je 503.891 meter per uur. Dat zou 500 km per uur zijn! Dat klopt natuurlijk niet. Je moet de uren nog delen door 24. 3. Typ in C4 =C2/C3/24 Nu klopt het wel: de gemiddelde snelheid van deze marathonloper is 20.995 meter per uur. Wilt je dit als 21 km per uur zien, deel dit dan door duizend met: =C2/C3/24/1000 |
Deeltijd in minuten weergevenStel, een volle werkweek is 36 uur en je aanstelling is 60%. Hoeveel uur moet je dan per week werken? Als je dat uitrekent met =36*60% kom je op 21,6 uur per week.
Maar hoeveel minuten is die 0,6 uur? Om de uitkomst als tijd te zien, maak je de cel op als Tijd en deel je die berekening door 24. Dus je formule is =36*60%/24 en je ziet 21:36 uur. |
Tijd aftellenWil je de tijd aftellen in dagen, uren, minuten en seconden?
Typ dan =NU() in bijvoorbeeld C4. Typ in C7 de datum waarnaar je wilt aftellen. =C7-C4-1 in C9 geeft het aantal dagen, =UUR(C7-C4) in C10 geeft het aantal uren, =MINUUT(C7-C4) in C11 geeft het aantal minuten en =SECONDE(C7-C4) in C12 geeft het aantal seconden. |